Meten en maten | Lengtematen klas 3/4/5 |
Lengtematen klas 3/4/5
• In de vierde klas kan er veel met referentiematen gewerkt worden .
Hoe zwaar zal iets ongeveer zijn. Hoe hoog, ver.
Aan de hand van referentiematen kan een kind vanuit ervaringskennis goed schatten\benaderen.
• In de derde klas is er uitgebreid gewerkt met het uizetten van maten in de heemkundeperiodes. Het metrieke stelsel kan worden ingevoerd vanuit het directe handelen nog. De kinderen gaan aan het meten. In de periode heemkunde waarin de plattegrond aan de orde komt, gaan we aan het werk met het meten van voorwerpen. • Begrippen als omtrek en oppervlakte komen hier ook ter sprake.
• In klas 5 kunnen we dan aan het werk gaan met de relatie van de maten met het decimale stelsel. (Reeks....Km naar mm) Leg hierop niet de nadruk, maar laat dit ontstaan vanuit natuurlijke contexten Waar en wanneer worden deze maateenheden gebruikt?
• De kinderen kunnen oefenen aan het nauwkeurig meten. Hoe kleiner de maat, hoe nauwkeuriger we meten.
• Het omzetten van decimale getallen naar maten: 3,45m= 3 meter, 4 decimeter, 5 centimeter Echter ook 1,25 m is 125 centimeter. Alles nog vanuit het direct ervaarbare.
• Het omrekenen van maten wordt steeds minder aangeleerd; men twijfelt aan het nut hiervan. Leren kinderen echter om kommagetallen om te zetten 10x, 100x :10, :100( 2,5x 10 = 25) dan is de weg naar dit omzetten open en kan des gewenst geleerd, geoefend worden.